
Biografie
Steven Dumortier woont samen met zijn vrouw en 2 kinderen in Breedhout (Halle). Hij heeft ook een plusdochter, maar die woont niet meer thuis. Het landbouwbedrijf nam hij over van zijn ouders. Vrouw Christel staat in het onderwijs, het landbouwbedrijf is het domein van Steven. Alles doet hij zelf, ook de administratie. Steven groeide op op de boerderij waar hij nu met zijn gezin woont. Al was hij er niet altijd van overtuigd dat hij die op een dag zou overnemen. De interesse was er wel vanaf het prille begin. Zo was het voor Steven geen optie om naar de jeugdbeweging te gaan, want hij wilde niets missen van het gebeuren op de boerderij. Maar rond zijn 18de verjaardag besliste hij heel bewust dat hij landbouwer zou worden. Na een economische richting in het middelbaar was het dus logisch dat hij voor een graduaat landbouw zou gaan in Gent. Ondertussen is Steven 53 en loopt er zelfs al een kleinkind rond op het erf.
Over gehoord worden en laten horen
April 2024 - Vlakbij Brussel en toch omringd door velden en groen, zo ver als het oog kan zien. Bij Steven, in Halle, ontdek ik opnieuw een mooi stukje België. We spreken af de dag na één van de boerenprotesten in Brussel. Steven was er zelf bij, “je stem laten horen is belangrijk” klinkt het. Dat doet hij ook in Halle. De dialoog openhouden, zodat ook een gemeentebestuur beseft welke impact hun beslissingen hebben op landbouwers. Voer voor een interessant interview.
Hoe ziet jouw bedrijf eruit? Welke dieren heb je of welke gewassen teelt je?
Ik startte als loonwerker en rooide en zaaide bieten voor andere boeren. Toen mijn vader met pensioen ging, zo’n 20 jaar later, nam ik het bedrijf over en stopte met loonwerken. In het begin deed ik akkerbouw in combinatie met vleesvee. Maar vijf jaar geleden stopte ik met het vee. Dat was sowieso al de kleinste tak binnen het bedrijf en de stallen waren verouderd. De investeringen die nodig waren, wogen te zwaar ten opzichte van het financiële rendement. Dat er geen dieren meer zijn op de boerderij maakt een groot verschil voor mijn sociaal leven. Met een dier kan er altijd wat zijn: zieke dieren, kalving … je bent nooit echt gerust.
Al mijn tijd gaat nu naar de gewassen: suikerbieten, wintertarwe, aardappelen, wortelen en vlas. Ik zet in op verschillende gewassen omwille van de voordelen van vruchtwisseling, maar ook om risico’s te spreiden. Onze stiel hangt van zoveel factoren af (weer, handelsovereenkomsten …), dat dat wel moet. De tarweprijs is bijvoorbeeld niet goed dit jaar. Gelukkig is de prijs van de suikerbieten, aardappelen en wortelen beter. Dit jaar heb ik ook een klein beetje maïs, want de wintertarwe kon ik niet helemaal inzaaien.
In welke activiteiten heb jij je gespecialiseerd? Is dat anders dan wat je (groot)ouders deden?
Mijn (voor)ouders teelden volgens de klassieke combinatie: wintergerst, wintertarwe en suikerbieten. Op het einde deden ze er ook aardappelen bij. Ik voegde wortelen toe en sinds 3 jaar ook vlas. Ik laat me daarbij leiden door opportuniteiten die ik tegenkom. De wortelen bijvoorbeeld voegde ik toe nadat een afnemer me erover aansprak. Dat zijn wortelen voor de versmarkt. Ik testte het één jaar en dat liep vlot, dus blijf ik het voorlopig doen.
​
Is er iets dat je in de toekomst zou willen veranderen aan jouw bedrijfsvoering? Bijv. specialisatie, andere gewassen/dieren, alternatieve activiteiten, opvolging …
Ik heb geen plannen om iets te veranderen, maar sta wel altijd open voor nieuwigheden. Komt er bijvoorbeeld een nieuw ras van wortelen op de markt, dan wil ik dat testen. Het veranderende klimaat kan een reden zijn om in de toekomst over te stappen naar andere gewassen. Wie weet telen we hier over 10 jaar allemaal soja. Al is iets nieuws proberen ook altijd een risico. Je moet er snel bij zijn, snel beslissen en soms loopt het mis. Het landbouwbedrijf leiden, neemt een groot deel van je tijd in beslag.
Zijn er ook andere zaken die je bezighouden? En vanwaar die interesse/passie?
Nu ik geen vee meer heb zijn de winters rustiger. Via ‘Werkers’ van de Boerenbond houd ik de landingsbanen van de luchthaven sneeuwvrij. Vaak sneeuwt het niet in België, maar dit jaar mocht ik een paar keer uitrijden. En aangezien ik op het veld niets kan doen als er sneeuw ligt, is dat een ideale job voor mij. En zo kom ik ook eens in een heel andere wereld.
Ik ben ook actief in de Bedrijfsgilde Boerenbond van Halle, dat is een vereniging van actieve landbouwers. We volgen er dossiers op die impact kunnen hebben op de landbouw. Ik vind het belangrijk om als landbouwers onze stem te laten horen. De Bedrijfsgilde is een instrument om dat op het niveau van de stad te doen. Zo laten we ons nu horen rond het nieuw nationaal park ‘Brabantse Wouden’, dat ook door Halle zal lopen. We willen ervoor zorgen dat zo veel mogelijk agrarisch gebied agrarisch blijft. Vroeger waren we met 30 landbouwers in Halle, nu nog maar met 12. Wat overblijft willen we behouden. Het is belangrijk om met je stadsbestuur te blijven praten. Daarom nodigen we regelmatig iemand van het bestuur uit: de burgemeester of enkele schepenen … . We praten hen dan bij over onze dossiers en laten onze kant van het verhaal zien. Zo hebben ze alle belangrijke informatie wanneer ze een uitspraak moeten doen over een bepaald project.
In de media staan landbouw en natuur vaak recht tegenover elkaar, maar dat is een fout beeld. We leven met de seizoenen mee en zijn afhankelijk van de natuur. We zijn bondgenoten, geen vijanden. Waarom moet zo’n nationaal park enkel uit bos bestaan? Door het bos wandelen is leuk. Maar uit het bos komen en langs de akkers wandelen is minstens even mooi. Denk maar aan de vergezichten en de akkers die er elk seizoen anders uitzien. En wij hebben die akkers echt nodig. Maar grond is gegeerd en er verdwijnt steeds meer landbouwgrond.
​
En dan is er mijn gezin. Ik neem graag de tijd om met hen samen te zijn. Een jaarlijkse vakantie, daar maak ik graag tijd voor. Begin juli lukt het meestal om zo’n acht dagen weg te gaan. Dit jaar gingen we ook in de krokusvakantie een paar dagen weg, we trokken met ons vier naar Barcelona. De kinderen zijn ondertussen 15 en 18 jaar oud en dus vrij zelfstandig. Maar ik kan er bijvoorbeeld nog steeds erg van genieten om naar de volleybalmatchen van mijn dochter te gaan kijken. En zo ben ik het weekend dus, net als andere ouders, taxi aan het spelen voor de hobby’s van de kinderen. Dat lukt niet altijd, maar op regendagen of als ik eens vroeg thuis ben, doe ik dat graag.
Eigen aan akkerbouw is dat we piekmomenten hebben, zoals de zaai- en oogstmomenten, waarop het heel druk is. Maar daar tegenover staan ook momenten waarop het kalmer is. Van die momenten profiteren we met het gezin.
"Waarom moet een nationaal park enkel uit bos bestaan?"
Steven Dumortier
De gemiddelde burger (consument) staat steeds verder van de landbouw. Ook de politiek kent tegenwoordig meer versnippering, het beleid is globaler, denk aan Europa en de wereldpolitiek. De maatschappelijke en politieke context is dus sterk veranderd ten opzichte van de vorige generatie planters. Ben jij (nog steeds) graag landbouwer in deze context? Wat trekt je aan in deze stiel of wat had je graag anders gezien?
Ik hou van de stiel. Geen twee dagen zijn hetzelfde en elk jaar is anders. Nu is het een hele natte periode, maar binnenkort kan dat weer helemaal anders zijn. We leven op het ritme van de natuur en gaan mee met het weer. Al kwam er de laatste jaren veel administratie bij: de mestbankaangifte, lastenboeken, global GAP (Good Agricultural Practices). De lijst blijft aandikken. Dat begon al aan het einde van mijn vader zijn carrière en is het vervelendste stukje van de job. Je moet het doen, maar krijgt er geen direct resultaat van. Het doel van die administratie is niet bestraft worden. Ben je niet in orde, dan mag je niet leveren.
​
Dat is nog een reden waarom we onze stem moeten laten horen. Gisteren ging ik zelf mee betogen in Brussel. Niet met de tractor (lacht), ik nam de trein. Europa moet wakker worden en beseffen dat ze ons, landbouwers, nodig hebben. Landbouw is een strategisch iets. Na de tweede wereldoorlog werd niet voor niets de EEG (Europese Economische Gemeenschap) opgericht. De landbouw stimuleren was een belangrijk doel toen, want er was onvoldoende voedsel. Waardoor we afhankelijk waren van bijvoorbeeld Amerika.
Maar de huidige handelsakkoorden maken het heel moeilijk voor Europese landbouwers. Producten die van buiten Europa komen, moeten aan veel minder eisen voldoen. Dat is oneerlijke concurrentie. Onze sector is ook een grote economische speler. Denk maar aan alle toeleveranciers en export. Zonder landbouwers komen heel veel mensen in de problemen.
​
Op dit moment teel jij nog bieten op jouw bedrijf. Zou dit wel eens kunnen veranderen denk je? Als dat zo is, wat zou jou ertoe aan (kunnen) zetten om van de bietenteelt af te stappen?
Vroeger waren suikerbieten het paradepaardje van de akkerbouw. Ze gaven financiële zekerheid. De quota (die je nodig had om suikerbieten te mogen telen) gaven zekerheid. Onder druk van de wereldeconomie zijn die quota weggevallen. Sindsdien is de prijs sterk gedaald waardoor we moeilijke jaren achter de rug hebben. Sinds twee jaar is de prijs gelukkig weer beter. Ik denk niet dat ik snel weg zal stappen van suikerbieten.
"Europa moet wakker worden en beseffen dat ze ons, landbouwers, nodig hebben."
Steven Dumortier
Zoals gezegd, de doorsnee Vlaamse burger en politici en medewerkers op kabinetten van ministeries van landbouw/omgeving staan soms heel ver af van de landbouwer. Welke boodschap zou jij hen willen meegeven?
Landbouw hoort bij het cultureel erfgoed van Vlaanderen. Met de betogingen van de afgelopen weken viel het me op hoeveel mensen sympathie voor onze zaak hebben. Soms stonden mensen zelfs langs de kant van de weg te applaudisseren. Dat is een fijn gevoel. Het geeft ook aan hoe belangrijk het is je stem te laten horen. Dankzij de protesten weten mensen wat er aan de hand is en hoe moeilijk we het hebben. Dat is een voorwaarde om op begrip te kunnen rekenen.
De boodschap die ik hen wil geven is dat we al best veel stappen gezet hebben om duurzamer te werken. Veel schadelijke producten werden uit de handel genomen. Ook wat betreft de bewerking van grond: we ploegen minder (voor de bieten zelfs helemaal niet meer) en dat is veel beter voor de grond. We zijn met niet veel meer, maar we zijn goed bezig.
Tijdens corona zagen we dat de luchtkwaliteit plots veel beter was. Logisch, want er waren geen vluchten en veel minder verkeer. Dus als mensen uitspraken doen als ‘de landbouw is verantwoordelijk voor 90% van de stikstofuitstoot’, dan heb ik daar serieuze vraagtekens bij. Onze activiteiten liepen immers gewoon door.
Daarnaast zou ik burgers en politici willen vragen om kritisch te kijken naar uitspraken als ‘Koop lokaal’. Kleine hoevewinkeltjes zijn een leuk initiatief, maar niet elke boer kan dat doen. Het is een goede manier om een extra inkomen te creëren als landbouwer, maar één hoevewinkel per dorp is al veel. Onze buurlanden zijn voor mij trouwens ook lokaal. Tomaten die van Zuid-Frankrijk naar Noord-Frankrijk gaan, leggen meer kilometers af dan appels die van Noord-Frankrijk naar Halle komen. Lokaal kopen is ook duurder en dat kunnen veel mensen niet betalen. Meerwaarde creëren door lokaal te verkopen klinkt dus mooi, maar je sluit er een groot deel van de bevolking mee uit.
Hoe ervaar jij de campagne, de verwerking van de bieten, de relatie tot de suikerfabrikanten? Dit jaar of in het algemeen. Wat gaat goed en wat kan beter?
Het was een bijzonder jaar. Zo nat, dat maken we niet vaak mee. Ik leverde in drie keer. De eerste keer was voor de regen. Dat was een goede levering, weinig tarra. Het suikergehalte bleek niet te hoog, maar dat bleek achteraf een algemeen iets te zijn. De tweede keer was het half november: natte omstandigheden en dus veel tarra. Het suikergehalte was nog wat lager. De laatste week waarin de fabriek open was, deed ik mijn laatste levering. De tarra was toen beter, de Toptex had zijn werk gedaan. Maar het suikergehalte was nog gezakt. Die bieten waren gerooid in de eerste week van december. Omdat begin januari vorst voorspeld werd, moest ik ze dubbel afdekken. Die plastic bleek belangrijk, maar het waren zware werkomstandigheden en ook de kosten liepen op. Als de fabriek geen vertraging had gehad, was dubbele afdekking volgens mij niet nodig geweest. Ik begrijp dat een technisch probleem aan de basis van de vertraging lag, maar ik hoop toch dat er een vorm van vergoeding komt voor ons.
Net kregen we een oproep van de fabriek om mee te doen aan ‘Climate farming’. Wie meedoet, neemt een aantal kleine ingrepen om de stikstofuitstoot naar beneden te krijgen. Een bloemenstrook naast onze velden zaaien bijvoorbeeld. In ruil krijg je een compensatie. Dat is een tof initiatief, maar als je het goed wil doen, komt er heel wat werk en administratie bij kijken. Als het resultaat er dan is, hoop ik dat de fabriek ook de boeren die meewerkten in de kijker zet. Laat alsjeblieft het werk van de boeren zien in dit verhaal van duurzaamheid.
Zou je iets willen veranderen aan de manier waarop de federaties/vakbonden momenteel werken?
Ze doen hun werk goed alleen mis ik tegenwoordig een rechtstreeks aanspreekpunt. Ik weet nu soms niet meer tot wie ik mij moet richten als er een probleem is. Mogelijk komt dat ook omdat ik afgelopen jaar geen problemen had.